- gebroken
- {{gebroken}}{{/term}}1 [stuk] cassé⇒ brisé2 [uitgeput] 〈lichaam〉 rompu ⇒ 〈psychisch〉brisé3 [stamelend, gebrekkig] mauvais⇒ défectueux 〈v.: défectueuse〉4 [m.b.t. kleuren] cassé5 [onderbroken] interrompu6 [een breuk hebbend] fracturé⇒ cassé♦voorbeelden:1 gebroken lijn • ligne brisée2 een gebroken man • un homme briséeen gebroken stem • une voix briséezich gebroken voelen • être rompuhij is innerlijk gebroken • le ressort est casségebroken van smart • accablé de douleur3 hij spreekt gebroken Engels • il baragouine l'anglaishij sprak haar in gebroken Frans aan • il lui adressa la parole dans un mauvais français4 gebroken wit • blanc cassé6 gebroken ribben hebben • avoir les côtes enfoncées¶ een gebroken getal • une fraction
Deens-Russisch woordenboek. 2015.